Piercing Informatie
KORTE GESCHIEDENIS.

Piercing, of het doorboren van weke delen van het lichaam met de bedoeling in de gaatjes sieraden te dragen, is zo oud als de mensheid zelf Inheemse volkeren piercten zichzelf of anderen sinds mensenheugenis. Vooral piercings door oorlel, neusvleugel of neustussenschot zijn al eeuwen gewoon. Meestal worden de Papoea's uit NIeuw Guinea opgevoerd om aan te tonen dat hier druk gepierced wordt maar ook uit de geschiedenis zijn diverse voorbeeelden beschikbaar.

Bij de Oude Egyptenaren was navelpiercing een symbool van koninklijke waardigheid, de lijfwachten van Julius Ceasar droenen tepelringen als teken van hun moed en mannelijkheid.

Eeuwenlang verneem je niets over piercings en dan duikt het plotseling weer op in het Victoriaanse Engeland van de 19e eeuw. Society-dames lieten ringen in hun tepel aanbrengen om ze te vergroten en voor de heren werd een penis piercing uitgevonden, de "Prince Albert"genaamd.

Het moderne piercing trent is afkomstig uit de Verenigde Staten. In de tachtiger jaren ontstond in San Franciso,
Los Angeles en New York een industriele scenedie draaide om motoren, kunst, computers, robots, muziek, piercing en S.M. Veel van de huidige piercings zijn (uit)gevonden door Doug Malloy.

Het materiaal het metaal dat gebruikt wordt voor de sieraden moet non-allergisch zijn. Evenmin mocht het worden aangetast door lichaamsvloeistoffen, weefsel, water, zouten olieen, zeep, shampoo enz. Het mocht niet verkleuren of oxideren. Het moest tot in hoge graad gepolijst worden opdat een glad oppervlak zou worden verkregen. Immers, een poreus oppervlak zou de groei van bacterien en ziektekiemen veroorzaken.